Robert Vandevorst is voor ieder team een aanwinst, een man die meer dan één pijl op zijn boog heeft. Deze uitstekende parcoursbouwer schittert ook in de wijze waarop hij rally’s voorbereidt en de manier waarop hij de rol van wedstrijddirecteur vervult. Dat wordt ook met de Spa Rally nog maar eens bewezen.
Robert, wat zijn jouw belangrijkste conclusies na de voorbereiding op deze eerste Spa Rally?
“Het wordt steeds moeilijker om de administratieve en gemeentelijke overheden er van te overtuigen een wedstrijd over het grondgebied van hun gemeente te laten rijden. In het geval van de Spa Rally hoeft dat niet te verwonderen, want in de regio wordt er een pak wedstrijden georganiseerd. Dat maakt de steun die voor deze eerste editie van de burgemeesters mogen ontvangen alleen maar nog meer waardevol. Ik wil dan ook van de gelegenheid gebruik maken om ze van harte te bedanken. Het andere was lastige aspect betreft de normen die in het Belgische kampioenschap worden opgelegd. Het is niet altijd makkelijk om die uit te werken, zeker als ook nog eens de verschillende maatregelen betreffende het milieu moeten worden gerespecteerd. Het dossier dat we hebben uitgewerkt voor de coördinatievergaderingen met de verschillende diensten – administratie, brandweer, politie, enz. – telde dan ook 334 pagina’s!”
Uiteindelijk ben je er wel in geslaagd om samen met je team een aantrekkelijk programma uit te werken.
“Ik wil niet pochen, maar het resultaat is inderdaad best leuk. De KP’s zijn mooi, technisch, gevarieerd en van wat ik na de verkenningen heb gehoord vallen ze in de smaak. In deze eerste Spa Rally zitten twee chronoritten met een parcours waarlangs geen enkel huis staat. In een land als het onze is dat uitzonderlijk. Ja, een deel van ons parcours ligt in de Condroz, wat uiteraard langere verbindingsritten oplevert, maar die inspanningen lonen de moeite. Ik wil er ook nog aan herinneren dat dit tracé in minder dan vier maanden werd uitgewerkt. Veel bewegingsruimte hadden we dus niet. Toch heb ik voor volgend jaar al heel wat nieuwe ideeën…”
Kan men de organisatie van een wedstrijd voor het kampioenschap vergelijken met die van een regelmatigheidsrit als de Tour de Belgique?
“Eerlijk? Absoluut niet! In regelmatigheidsritten rijden de deelnemers op open wegen en de enige stappen die je op voorhand moet ondernemen zijn de toelatingen voor de doortochten in de gemeentes verkrijgen. Geen sprake van wegen af te sluiten, geen veiligheidsplan dat moet worden goedgekeurd door de sportieve overheid en het ministerie, zoals dat bij een rally wel het geval is. De organisatie van de Spa Rally vereist echt een professionele aanpak. Maar als je ziet dat de beste Belgische rallyrijders met de meest moderne rallywagens aan de start komen, dan maakt je dat wel blij! Het zijn dus twee verschillende werelden, die elk op hun manier interessant zijn.”
Hoeveel manschappen tekenen dit weekend present?
“Zo’n 400. De veiligheidsdiensten nemen het gros van dat aantal voor hun rekening, zowat tweederden. Acht chronoritten met elk zowat twintig veiligheidsposten, die elk door minimum twee personen worden bemand: de rekening is snel gemaakt, hoewel sommige commissarissen op vrijdag en zaterdag twee verschillende KP’s zullen bemannen. En dan zijn er nog de stewards, de verantwoordelijken van de timingposten, de rekenploegen, de leden van de organisatie en al die mensen – mannen en vrouwen – zonder wie het onmogelijk zou zijn om een rally te organiseren. Ik wil ook in de verf zetten dat de overgrote meerderheid van die mensen als vrijwilliger aanwezig. In naam van DG Sport wil ik ze dan ook bedanken voor hun inzet en hun passie. En tegelijk wil ik de deelnemers er ook aan herinneren dat er zonder deze mensen achter de schermen er helemaal geen rally zou zijn!”
Heb je tot slot nog een bepaalde boodschap die je wil meegeven?
“Twee eigenlijk. Ik wil nog eens de burgemeesters bedanken, die de politieke moed hebben gehad – want dat is het eigenlijk – om de rally op het grondgebied van hun gemeente toe te laten. Ik zou ook graag willen dat de deelnemers nu eindelijk eens begrijpen dat ze het overleven van de sport in gevaar brengen als ze de regels die tijdens de verkenningen gelden niet volgen. Wat moet ik antwoorden aan iemand die langs het parcours woont en die zegt dat hij wel graag rally ziet… maar het niet ziet zitten dat ‘anonieme, witte 4×4 turbowagens’ twee weken voor de wedstrijd tegen razende snelheid voor zijn deur passeren? Ik snap trouwens niet waarom iemand tot twintig keer toe over het parcours zou willen rijden… Moeten we strenger optreden en verkenningen in konvooi organiseren, zoals dat nu al in sommige landen het geval is? Dat zou jammer zijn. Ik wil echter niet op een negatieve noot afronden. Liever leg ik nog eens de nadruk op het werk dat DG Sport heeft geleverd, op de inzet van al die mensen die van ver of dichtbij met de organisatie te maken hebben en die er in geslaagd zijn om in een recordtijd een manche van het Belgische kampioenschap in een regio waar het hart van de autosport klopt te laten heropleven.”